Pannenkoekenplant (Pilea)

Alles over de Pannenkoekenplant

De Pilea is de laatste tijd ongelooflijk populair geworden. De verzorging ervan is niet moeilijk, en de plant beloont je voor de verzorging door de lucht te zuiveren en scheuten te groeien.

Bijnamen

Pilea Peperomioides heeft vele bijnamen, waaronder de Pannenkoekenplant, Chinese geldplant, UFO plant, de vriendschapsplant en de muntplant.

Verschillende soorten Pilea

Het geslacht Pilea omvat meer dan 600 soorten tropische planten, waarvan één de Pilea Peperomioides is. Zij behoort tot de Urticaceae-familie. De meeste soorten van deze plant zijn geschikt voor oppervlakken zoals tafelbladen en aanrechten. Daarnaast zijn het ook uitstekende keuzes voor hangpotten en andere bloempotten.

Oorsprong van de Pilea

Pilea komt oorspronkelijk uit China, waar een Zweedse missionaris, Agnar Espegren, de plant vond en vanuit China in 1946 naar Europa bracht. De plant groeide oorspronkelijk op het CanShang-gebergte in de provincie Yunnan, en wordt daarom door velen een Chinese Missionary Plant genoemd.

Verzorgen van de Pilea

Waterbehoefte

Het water geven van een Pilea Peperomioides kan een moeilijke taak zijn. Hij houdt er niet van om natte voeten te krijgen en kan gemakkelijk sterven door te veel water. Ook te vaak water geven veroorzaakt veel problemen. Je kunt dan ook beter een strikt schema aanhouden voor de watergift.

Over het algemeen is één keer per week water geven voldoende. De Pilea houdt ervan op te drogen tussen twee gietbeurten en houdt er niet van als de grond zompig is. Steek je vinger in de grond, als die nog nat aanvoelt van de vorige waterbeurt, wacht dan een paar dagen voor je hem water geeft. Als hij droog aanvoelt, geef hem dan grondig water.

Giet geen water over de bladeren, want dat kan ze beschadigen en schimmelziekten veroorzaken. Een andere manier om water te geven is de Pilea te laten weken.

Standplaats

De standplaats heeft een grote invloed op de vorm en groei van de Pilea. Daarom moet je opletten bij het bepalen van de plaats waar je hem bij je thuis neerzet.

• Zonlicht: Pilea is een grote fan van licht. Veel indirect zonlicht is wat hij nodig heeft. Zet hem voor een raam en draai hem 2-3 keer per week om te voorkomen dat hij scheef groeit omdat hij naar de zon toe groeit. Deze plant kan ook tegen halfschaduw, maar de bladeren worden dan donkerder groen.

• Temperatuur: De Pilea kan gedijen bij normale huishoudelijke temperaturen tussen 13°C-30°C. Zorg er echter voor dat hij in de winter niet wordt blootgesteld aan de verwarming, omdat hij dan zijn bladeren kan laten vallen.

• Luchtvochtigheid: Pilea planten kunnen overleven in normale huishoudelijke luchtvochtigheid, maar zullen een beetje extra luchtvochtigheid op prijs stellen als je de mogelijkheid hebt.

Plantenvoeding

Als je eenmaal in staat bent om de watergift en de locatie goed te krijgen, zijn er nog een paar andere dingen waar je rekening mee moet houden. Geef je Pilea in het voorjaar en de zomer één tot twee keer per maand plantenvoeding met de helft van de sterkte.

Te veel plantenvoeding is net zo ongezond als te weinig plantenvoeding. Overbemesting kan de bladeren verbranden en de plant doden, terwijl te weinig bemesting de bladeren doet vergelen.

Luchtzuivering

Het ronde blad van een Pilea Peperomioides heeft niet alleen een aantrekkingskracht, maar is ook zeer geschikt om de omringende lucht te zuiveren. Om een echte impact te hebben, zou je meer Pilea’s in huis moeten zetten.

Giftig

De Pilea is over het algemeen niet giftig voor dieren en mensen.

Stekken van de Pilea Peperomioides

De Pilea Peperomioides is vrij gemakkelijk te vermeerderen. Volwassen Pilea's kweken kleine baby's. Wacht tot ze ongeveer 5 cm groot zijn voordat je ze van de moederplant afhaalt.

Vermeerdering in de aarde: Zet een paar stekken in een kleine pot. Zorg ervoor dat deze stekken wat wortels hebben.

In een paar weken zal de stek wortels krijgen en zullen er nieuwe bladeren beginnen te groeien.

Water vermeerdering: Deze methode kan worden gebruikt waar stekjes nog geen wortels hebben. Zet de stek in een glas met water en laat hem daar twee weken staan. Ververs het water regelmatig om het vers te houden.

Na enige tijd zie je enkele wortels zien groeien. Als de stek wat wortels heeft, kun je hem in aarde zetten.