Kentia palm (Howea forsteriana)

Alles over de Kentia palm

Als beginner met planten is de Howea Forsteriana, beter bekend als Kentia Palm, de perfecte kamerplant om mee te beginnen. Deze plant kan een beetje verwaarlozing verdragen, waardoor het een plant is met een laag onderhoudsniveau.

De bladeren van een Kentia Palm zijn lang en weelderig, met prachtig gebladerte. Het geeft de illusie alsof je een miniatuur palmboom in huis hebt! Ze kunnen in de natuur zo'n 120 meter hoog worden en binnenshuis zo'n 350 cm.

Bijnamen

De familienaam van Howea Forsteriana is Arecaceae. Naast de Kentia Palm heeft de plant onder andere de bijnaam Hollywood palm gekregen. Deze naam komt voor uit het idee dat de plant zo vaak te zien is in grote films.

Oorsprong van de Kentia palm

De Kentia Palm is afkomstig uit het zuidelijk deel van de Stille Oceaan, voornamelijk van Lord Howe Island, aan de oostkust van Australië.

Kentia Palm verzorgen

Een Kentia Palm is iets anders van aard dan andere palmen. De rest heeft verzorging nodig, maar een Kentia Palm kan goed tegen verwaarlozing en heeft minimale verzorging nodig.

Waterbehoefte

De Kentia Palm geeft de voorkeur aan een evenwichtige vochtigheidsgraad, niet te nat en niet te droog. Daarom is de beste manier om te controleren of je plant water nodig heeft, het controleren van de bovenste centimeters van de grond. Als deze droog is, dan kun je de plant water geven.

Van de lente tot de herfst kun je de Kentia palm regelmatig water geven, maar in de winter moet je de tijd tussen de gietbeurten vergroten. Probeer gefilterd water te gebruiken, want de palm is gevoelig voor zout water. Als er stoffen in je water zijn gemengd, laat het water dan een nacht in een emmer staan en giet het de volgende dag in de plant.

Als de plant te weinig of te veel water heeft gekregen, worden de bladeren geel of bruin. Probeer dit te verhelpen voordat de plant sterft door het waterpeil in de grond te controleren.

Standplaats

Net als andere kamerplanten geeft een Kentia Palm de voorkeur aan indirect zonlicht tot halfschaduw. Geef ze geen direct zonlicht, want de bladeren kunnen de hitte niet verdragen.

De Kentia palm kan overleven bij temperaturen lager dan 0°C. Maar omdat de Kentia palm oorspronkelijk uit tropische streken komt, geeft hij de voorkeur aan temperaturen tussen 20°C - 30°C.

Net als de voorkeur voor warmere temperaturen, geeft de Kentia Palm ook de voorkeur aan een hoge vochtigheidsgraad rondom zich. Er zijn veel manieren om de luchtvochtigheid te verhogen. Je kunt de plant regelmatig benevelen met een plantenspuit. Bovendien is een van de beste plaatsen voor planten die veel vochtigheid prefereren de badkamer, omdat het constante gebruik van water helpt de luchtvochtigheid te verhogen.

Plantenvoeding

De Kentia palm gedijt in elke grondsoort, of die nu alkalisch of zuur, en leem of klei is. Hoewel ze in elke soort potgrond kunnen groeien, moet de mix een hogere consistentie van zand hebben. Het belangrijkste om voor te zorgen is een goed drainagesysteem in de grond en de pot. Daarom geven ze de voorkeur aan zand, omdat zand los is en het water niet verstopt.

Terwijl de plant groeit, kun je hem in de zomer extra plantenvoeding geven. De plantenvoeding moet op halve sterkte zijn, omdat de bladeren kunnen afsterven als hij te veel voeding krijgt.

Je kunt de Kentia Palm verpotten als je denkt dat hij te groot wordt voor de huidige pot. Gebruik nieuwe grond en zorg ervoor dat de pot een goed drainagesysteem heeft. Soms kan een Kentia Palm geel en bruin worden, zelfs nadat je hem goed verzorgd hebt. Dit betekent dat hij alle voedingsstoffen uit de grond heeft geabsorbeerd en nu nieuwe grond nodig heeft.

Luchtzuivering

Kentia Palmen werken als natuurlijke luchtzuiveraars. Ze verwijderen giftige stoffen uit de lucht, zoals koolmonoxide, formaldehyde en benzeen.

Stekken van de Kentia palm

Kentia Palmen hebben ongeveer 15 jaar nodig om bloemen en zaden te ontwikkelen, en alleen als ze buiten worden gekweekt.

Eerst moet je de vruchten, zodra ze rood en rijp zijn, in warm water weken en dan de zaden eruit halen. Vul ondiepe potjes met een licht grondmengsel en plant de zaden in het potje. Geef de plant voldoende water, zodat de grond vochtig maar niet drassig is.

Het kan zijn dat je een paar maanden tot drie jaar moet wachten voordat de zaden beginnen te groeien.